Het gezondheidszorgbeleid stimuleert al jaren de verkorting van de verblijfsduur om de efficiëntie en het juiste gebruik van de ziekenhuisinfrastructuren te waarborgen zonder aan de kwaliteit van de zorg te raken en rekening houdende met de specifieke situatie van de patiënten. Hier bestuderen we enerzijds de evolutie van de verblijfsduur van verblijven die starten in een acute dienst (waarbij verblijven die starten in materniteit buiten beschouwing worden gelaten)1en anderzijds van verblijven die starten in de materniteit. Tussen 2008 en 2017 daalde de gemiddelde verblijfsduur in deze diensten met één dag.2
Wanneer we inzoomen op het aantal dagen dat patiënten in het ziekenhuis doorbrengen voor acute zorg en op de materniteit, stellen we vast dat iets meer dan de helft van de acute zorgverblijven niet langer dan 2 dagen duurt en dat de gemiddelde verblijfsduur voor acute zorg 4,6 dagen bedraagt.
Op de materniteit verblijven patiënten in 55% van de gevallen niet langer dan 3 dagen en duurt 80% van de verblijven niet langer dan 4 dagen.3
[1] Hierbij worden verblijven die starten in een dienst voor chirurgie (index C), interne geneeskunde (index D), pediatrie (index E) en niet-intensieve zorgen voor pasgeborenen (index NIC) in rekening genomen.
[2] Het is namelijk zo dat 81% van de verblijven bij klassieke hospitalisatie betrekking heeft op acute zorg (met uitzondering van verblijven die starten in de materniteit), wat neerkomt op bijna 1,5 miljoen ziekenhuisopnames in 2017. Verblijven op de materniteit zijn dan weer goed voor 7,6% van alle verblijven.
[3] Psychiatrische en chronische verblijven zijn niet mee in deze grafieken opgenomen. Verblijven van meer dan 10 dagen (9% van de acute verblijven, 2% van de verblijven op de materniteit) worden omwille van de leesbaarheid niet in deze grafiek weergegeven.