De volgende grafieken geven de ziekenhuisopnames weer na een bezoek aan de spoedgevallendienst ten opzichte van het aantal ambulante contacten met de spoedgevallendienst (zonder opname).
VERDELING VOLGENS LEEFTIJD
Bij kinderen, jongeren en jongvolwassenen leidt een ambulant contact op de spoedgevallendienst zelden tot een opname. Heel wat ouderen worden na een bezoek aan de spoedgevallendienst echter wel opgenomen. Boven de leeftijd van 70 jaar wordt een contact met de spoedgevallendienst in meer dan de helft van de gevallen gevolgd door een klassieke hospitalisatie. Een daghospitalisatie na een bezoek aan de spoedgevallendienst gebeurt slechts zelden.
VERDELING VOLGENS GEWEST
Bijna 45% contacten met een ziekenhuis in het Vlaamse Gewest begint met een bezoek aan de spoedgevallendienst, tegenover iets meer dan 60% in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en in het Waalse Gewest.
In Vlaanderen wordt verhoudingsgewijs per 100.000 inwoners minder gebruikgemaakt van de spoeddiensten en wordt een derde van de bezoeken aan de spoedgevallendienst gevolgd door een ziekenhuisopname. Dat is meer dan in de andere twee gewesten. In Wallonië en in Brussel keren vier van de vijf patiënten na hun bezoek aan de spoedgevallendienst terug naar huis. Deze resultaten wijzen op een verschil in het gebruik van de spoeddiensten.
Opmerking: De verblijven in daghospitalisatie betreffen minder dan 1% en worden daarom niet in de figuur opgenomen.