De triage- en afnamecentra hebben een tweeledige functie[1]:
- De triagefunctie heeft als doel te voorkomen dat spoeddiensten onnodig overstelpt worden én te voorkomen dat te veel mogelijk besmette patiënten zich op het spreekuur van de huisarts zouden aanmelden. Door het opzetten van de triagecentra beoogde men het risico op de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken. De patiënt wordt een eerste maal onderzocht door een arts, die bepaalt of een doorverwijzing naar de spoedgevallendienst noodzakelijk is of dat de patiënt thuis mag uitzieken, eventueel na een COVID-19-test. Deze functie wordt georganiseerd door de huisartsenkringen in nauwe samenwerking met de spoedgevallendiensten en kan onder bepaalde voorwaarden (tijdelijk) stopgezet worden wanneer de behoefte vermindert.
- De afnamefunctie werd aan de centra als tweede functie toegewezen om beter te kunnen voldoen aan de noden en de behoeften van de bevolkingsscreening. Het moet immers mogelijk zijn om de testvraag op te vangen voor elke persoon die voldoet aan de voor het testen gedefinieerde criteria. Dit zijn zowel symptomatische personen als asymptomatische personen die een hoog-risicocontact hadden. Omwille van de versoepeling van de maatregelen betreffende reizen naar het buitenland wordt aan centra gevraagd reizigers te testen.
Er wordt één centrum per 100.000 inwoners opgericht waarbij de medische coördinatie wordt toevertrouwd aan een huisartsenkring (d.i. een vereniging van vertegenwoordigers van huisartsen binnen een specifieke regio). De triagefunctie is gevestigd op één locatie maar de afnamefunctie kan op verschillende locaties worden georganiseerd om de toegankelijkheid van de afnamefunctie en de screening te vergroten.
Meer weten over de locatie van de triage- en afnamecentra: doclr - Covid test
Om aan de capaciteit van staalanalyse en testmateriaal te voldoen werd er een federaal platform opgericht naast het traditionele testcircuit, verricht in en door klinische laboratoria. Het federaal platform staat in voor het aanleveren van testmateriaal, het verzamelen en vervoeren van de uitgevoerde testen naar de laboratoria en het doorsturen van de testresultaten. In totaal maken, op 20 april 2021, 60 centra gebruik van het federaal platform. De overige centra werken samen met een laboratorium van een ziekenhuis of een privélabo. In dit geval zijn de laboratoria zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van testmateriaal, het transport van de uitgevoerde tests en de doorstroom van de resultaten. Een centrum kan overschakelen naar het federaal platform indien het laboratorium de analyse van de testen niet meer binnen de vooropgestelde termijn kan afhandelen of als de vraag naar analyse de capaciteit van het laboratorium overschrijdt. Eenmaal een centrum is overgeschakeld naar het federaal platform blijft deze samenwerking van toepassing zolang de capaciteit van de traditionele circuits wordt overschreden.
Meer weten over de huidige procedure over wanneer je je moet laten testen en waar dit kan gebeuren kan je terugvinden op: www.info-coronavirus.be
[1]Bron: Koninklijk besluit van 13/05/2020 nr. 20 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.
[2]Bron: DG Gezondheidszorg, FOD VVVL (31/05/2021)