In 2018 meldde 12% van de bevolking het gebruik van slaappillen of kalmerende middelen in de afgelopen 2 weken en meldde 8% het recent gebruik van antidepressiva. De consumptie van slaappillen of kalmerende middelen begon in 2008 af te nemen, terwijl de consumptie van antidepressiva is blijven toenemen.
Consumptie van psychotrope geneesmiddelen komen vaker voor in de laagst opgeleide groep dan in de hoogst opgeleide groep.
2.Achtergrond
In België is de Gezondheidsenquête een van de belangrijkste bronnen van systematische gegevens over indicatoren voor geestelijke gezondheid bij de algemene bevolking. Het monitort namelijk het zelfgerapporteerde gebruik van slaap- en kalmeermiddelen en antidepressiva in België sinds 1997. Voor de sedativa is de Gezondheidsenquête de enige beschikbare gegevensbron, aangezien deze geneesmiddelen niet worden terugbetaald en dus niet opgevolgd kunnen worden via de gezondheidszorggegevens.
De indicatoren over het gebruik van psychotrope geneesmiddelen refereren naar gebruik in de voorbije 2 weken bij personen van 15 jaar en ouder.
3.Gebruik van psychotrope geneesmiddelen
Toestand in 2018
België
In 2018 meldde 12,3% van de bevolking het gebruik van slaappillen of kalmerende middelen in de afgelopen 2 weken en 7,6% meldde recent gebruik van antidepressiva. Het gebruik van psychotrope geneesmiddelen ligt hoger bij vrouwen dan bij mannen: 15% vs 9.5% voor slaap- en kalmeermiddelen, en 9,8% vs 5,3% voor antidepressiva.
De consumptie van slaap- en kalmeermiddelen neemt toe met de leeftijd, en is het hoogst na de leeftijd van 45 jaar bij vrouwen en na de leeftijd van 65 jaar bij mannen.
De consumptie van antidepressiva is het hoogst bij vrouwen na de leeftijd van 45 jaar.
In 2018 was het gebruik van slaap- en kalmeermiddelen in Wallonië en Vlaanderen iets hoger dan in Brussel, maar de regionale verschillen zijn klein en niet significant.
Het gebruik van antidepressiva is in Vlaanderen iets lager dan in de andere gewesten, maar de verschillen zijn enkel significant bij vrouwen.
Trends
België
Van 1997 tot 2008 nam het gebruik van slaap- en kalmeermiddelen in de bevolking toe, daarna daalde deze weer wanneer beide geslachten samen worden beschouwd. Bij mannen bleef het verbruik echter stabiel rond de 10%, terwijl het daalde van 19% in 2008 tot 15% in 2018 bij vrouwen.
Sinds 1997 is het gebruik van antidepressiva bij beide geslachten verdubbeld.
Regionale verschillen
Het verbruik van slaap- en kalmeermiddelen was in Vlaanderen tot 2008 in beide geslachten significant lager dan in de 2 andere gewesten. Na 2008, doordat het gebruik van slaap- en kalmeermiddelen bleef toenemen in Vlaanderen en licht daalde in de andere gewesten, werden de regionale verschillen kleiner om in 2018 quasi te verdwijnen.
Er bestaat een sociaaleconomische gradiënt in het gebruik van slaap- en kalmeermiddelen en antidepressiva. Het gebruik van psychotrope geneesmiddelen ligt hoger bij de laagst opgeleide groep dan bij de hoogst opgeleide groep: 17,7% vs 12,3% voor slaap- en kalmeermiddelen, en 10,3% vs 6% voor antidepressiva.
Gebruik van psychotrope geneesmiddelen volgens opleidingsniveau, België, 2018 Bron: Eigen berekeningen op basis van deGezondheidsenquête, Sciensano, 2018 [1]
De prevalentie van angststoornissen en depressieve stoornissen in de bevolking lijkt de besmettingen en de striktheid van de maatregelen tijdens de COVID-19-crisis te volgen. Tijdens de pandemie vertoonden meer mensen angstproblemen (tussen de 15% en 24%) dan in 2018 (11%). Er waren ook meer mensen met depressieve stoornissen (tussen de 13% en 22%) in vergelijking tot 2018 (9,5%). In 2022 daalde het aandeel mensen met angststoornissen (15% tot 19%) en depressieve stoornissen (13% tot 16%) ten opzichte van december 2021, toen de hoogste niveaus ooit werden gemeten. Het aandeel zakte echter nooit to het niveau van 2018.
In maart 2022 leed 11% van de respondenten aan zowel angst- als depressieve stoornissen, 8% leed aan een angsstoornis (zonder depressie) en 5% leed aan een depressieve stoornis (zonder angstklachten). In totaal had 24% van de Belgische bevolking een angst-of depressieve stoornis.
Vrouwen hebben vaker angststoornissen dan mannen, ongeacht de leeftijd. In juni 2022 vertoonden jonge vrouwen van 18 tot 29 jaar tweemaal zo vaak tekenen van angststoornissen (30%) of depressieve stoornissen (26%) dan jonge mannen (respectievelijk 15% en 12%).
De prevalentie van angst- en depressieve stoornissen is hoger bij jongeren (18-29 jaar) dan bij mensen van 65 jaar en ouder. Angststoornissen worden waargenomen bij 24% van de jongeren (18-29 jaar) en bij 7% van de mensen in de leeftijd van 65 jaar en ouder. Depressieve stoornissen komen voor bij 20% van de jongeren (18-29 jaar) en 6% van de mensen in de leeftijd van 65 jaar en ouder.
3.De prevalentie van angst-en depressieve stoornissen in 2018
Vrouwen hebben vaker een angst-en depressieve stoornis dan mannen
Op basis van de beoordeling van psychometrische instrumenten, gaf, in 2018, 11,2% van de totale Belgische bevolking een angststoornis aan, en 9,4% een depressieve stoornis. Voor beide aandoeningen hadden vrouwen een hogere prevalentie (14,2% en 10,7%, respectievelijk) dan mannen (7,9% en 8%, respectievelijk).
Angststoornissen laten een stijgende trend zien; voor depressieve stoornissen is de trend minder duidelijk
Tussen 2008 en 2013 nam de prevalentie van angststoornissen in België bij beide geslachten toe en is sindsdien min of meer stabiel gebleven.
Tussen 2008 en 2013 nam ook de prevalentie van depressieve stoornissen bij beide geslachten toe. In 2018 daalde de prevalentie opnieuw lichtjes bij mannen en duidelijker bij vrouwen. Aangezien de gebruikte vragenlijsten zijn gewijzigd tussen de enquêtes van 2013 en 2018, moeten trends voorzichtig worden geïnterpreteerd.
De prevalentie van angst-en depressieve stoornissen is hoger in het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest dan in het Vlaamse Gewest
Het Waalse Gewest kende een hogere prevalentie van angst- en depressieve stoornissen dan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Vlaamse Gewest; en de prevalentie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest was hoger dan in het Vlaamse Gewest.
Tussen 2008 en 2013 nam de prevalentie van angststoornissen in alle gewesten toe. Tussen 2013 en 2018 bleef de prevalentie in het Waalse Gewest sterk toenemen in beide geslachten, maar niet in de andere gewesten.
De prevalentie van depressieve stoornissen in het Vlaamse Gewest was lager dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Waalse Gewest, in alle jaren bij vrouwen en sinds 2004 bij mannen.
Mannen
Vrouwen
Prevalentie van angststoornissen bij mannen in België en de gewesten, 2001-2018b b breuk in tijdsreeks, verandering van instrument Bron: Eigen berekeningen op basis van deGezondheidsenquête, Sciensano, 2001-2018 [11]
Prevalentie van angststoornissen bij vrouwen in België en de gewesten, 2001-2018b b breuk in tijdsreeks, verandering van instrument Bron: Eigen berekeningen op basis van deGezondheidsenquête, Sciensano, 2001-2018 [11]
Mannen
Vrouwen
Prevalentie van depessieve stoornissen bij mannen in België en de gewesten, 2001-2018b b breuk in tijdsreeks, verandering van instrument Bron: Eigen berekeningen op basis van deGezondheidsenquête, Sciensano, 2001-2018 [11]
Prevalentie van depessieve stoornissen bij vrouwen in België en de gewesten, 2001-2018b b breuk in tijdsreeks, verandering van instrument Bron: Eigen berekeningen op basis van deGezondheidsenquête, Sciensano, 2001-2018 [11]
Mensen in de laagst opgeleide groep hadden een grotere kans op een angst-of depressieve stoornis
Er bestaat een sterke sociaaleconomische gradiënt in de prevalentie van psychische stoornissen. Na standaardisatie voor leeftijd kwamen angststoornissen 2,3 keer vaker voor bij mensen uit de laagst opgeleide groep vergeleken met de hoogst opgeleide groep. Depressieve stoornissen kwamen driemaal vaker voor bij mensen uit de laagst opgeleide groep vergeleken met de hoogst opgeleide groep.
Prevalentie van angst- en depressieve stoornissen volgens opleidingsniveau, België, 2018 Bron: Eigen berekeningen op basis van deGezondheidsenquête, Sciensano, 2018 [11]
Indien u vragen hebt over zelfdoding of nood hebt aan een gesprek, aarzel dan niet om contact op te nemen:
met Tele-onthaal via het gratis telefoonnummer 106 of via de website www.tele-onthaal.be.
met de zelfmoordhulplijn via het gratis telefoonnummer 1813 of de website zelfmoord1813.be
Achtergrond
Geestelijke gezondheid is het vermogen van ieder van ons om te voelen, te denken en te handelen op manieren die ons vermogen om van het leven te genieten vergroten en om de uitdagingen aan te gaan waarmee we worden geconfronteerd. Het is een positief gevoel van emotioneel en spiritueel welzijn dat de belangen respecteert van cultuur, gelijkheid, sociale rechtvaardigheid, interconnecties en persoonlijke waardigheid [12]. Vanwege de hoge frequentie van psychische stoornissen in westerse samenlevingen en de impact van hun kosten op menselijke, sociaal en economisch vlak, wordt geestelijke gezondheid nu als een prioriteit voor de volksgezondheid beschouwd. De geestelijke gezondheid in de bevolking verslechterde in het bijzonder tijdens de COVID-19-crisis.
In België is de Gezondheidsenquête één van de belangrijkste bronnen van systematische gegevens over psychische parameters in de algemene bevolking. Tijdens de COVID-19-crisis werden regelmatig online gezondheidsenquêtes georganiseerd om de evolutie van de geestelijke gezondheid van de bevolking te volgen.
Onder de verschillende dimensies van geestelijke gezondheid die in deze enquête worden gemonitord, concentreren we ons op de volgende stoornissen:
Prevalentie van angststoornissen gebaseerd op de psychometrische zelfevaluatie-instrumenten GAD-7
Er dient echter te worden opgemerkt dat de evaluatie van geestelijke gezondheidsproblemen bij de bevolking door middel van een gezondheidsenquête een aantal beperkingen kent. Deze hebben vooral te maken met het feit dat de schattingen gebaseerd zijn op screeningsinstrumenten voor psychische stoornissen of op zelfgerapporteerde informatie van de individuen. De informatie is dus niet verkregen door klinische diagnostische instrumenten, die vaak genuanceerder zijn. Desalniettemin zijn de resultaten van gezondheidsenquêtes doorgaans in overeenstemming met de bevindingen van specifieke enquêtes over geestelijke gezondheid.
Ernstigere psychische stoornissen zoals schizofrenie en bipolaire stoornissen worden hier niet gepresenteerd. Gezondheidsenquêtes zijn namelijk geen geschikt instrument om dergelijke complexe aandoenigen vast te stellen. Informatie over zelfmoordgedachten en -pogingen is te vinden op een specifieke pagina.
Definities
GAD-7: General Anxiety Disorder 7-item
De GAD-7 is een screeningstool voor algemene angststoornissen. Deelnemers wordt gevraagd om de frequentie, indien van toepassing, van 7 kernsymptomen in de afgelopen 2 weken te evalueren. Met de verkregen scores kan de ernst van de symptomen worden beoordeeld.
Angststoornis
Respondenten met een score van 10 of meer op 21 in de GAD-7-tool, worden beschouwd te lijden aan een angststoornis.
PHQ-9: Patient Health Questionnaire 9-item depression scale
De PHQ-9 is een screeningsinstrument voor depressie en andere depressieve stoornissen. Deelnemers wordt gevraagd om de frequentie te evalueren waarin ze de afgelopen 2 weken 9 problemen hebben ondervonden.
Depressieve stoornis
Respondenten met een combinatie van antwoorden op de PHQ-9 die voldeden aan de criteria die specifiek zijn voor depressie en andere depressieve stoornissen, worden beschouwd te lijden aan een depressieve stoornis.
Referenties
Eerste COVID-19-gezondheidsenquête: eerste resultaten. Depotnummer D/2020/14.440/49. Brussel: Sciensano; 2020. doi: 10.25608/f0tt-py28
Tweede COVID-19-gezondheidsenquête: eerste resultaten. Depotnummer D/2020/14.440/51. Brussel: Sciensano; 2020. doi: 10.25608/kd4x-0m92
Derde COVID-19-gezondheidsenquête: eerste resultaten. Depotnummer D/2020/14.440/53. Brussel: Sciensano; 2020. doi: 10.25608/5zdx-td23