Select your language

Andere informatie en diensten van de overheid : www.belgium.be  belgium

Inhoud

Samenvatting

Het aantal rokers is de afgelopen 15 jaar in België afgenomen. In 2018 was het percentage dagelijkse rokers 15%, wat lager is dan de gemiddelde prevalentie in de EU-15. Er zijn nog steeds meer dagelijkse rokers onder mannen dan onder vrouwen. Dagelijks roken komt in Vlaanderen minder voor dan in Wallonië en Brussel. Er zijn belangrijke sociaaleconomische verschillen in rookgedrag, waarbij het aandeel dagelijkse rokers 2,3 keer hoger is bij de laagst dan bij de hoger opgeleiden. Er is goede vooruitgang waargenomen, maar preventie moet worden voortgezet en zich nog meer richten op mensen met een lagere sociaaleconomische achtergrond. In 2018 was 4,1% van de Belgische bevolking regelmatige gebruiker van de e-sigaret. De prevalentie was het hoogst bij jonge mannen in Vlaanderen en Wallonië. Aangezien de gezondheidsgevolgen van deze praktijk nog onzeker zijn, moeten preventiestrategieën zich richten op deze groepen. Van de tieners rookte 3,8% dagelijks in 2018. Dit percentage is aanzienlijk lager dan in 2006 (10%). Meer jongens dan meisjes roken dagelijks, en studenten in het beroeps- en technisch onderwijs zijn vaker dagelijkse rokers dan studenten in het algemeen onderwijs. Ondanks de daling in de prevalentie van roken onder jongeren, is er een toename in het gebruik van e-sigaretten.

Het alcoholgebruik ligt hoog in België. Het gemiddelde verbruik van pure alcohol in België is 12 liter per persoon per jaar, wat hoger is dan het gemiddelde Europese verbruik (11 liter). Daarmee is België een van de landen met een hoge ziektelast door alcohol. Overmatig alcoholgebruik, gedefinieerd als de consumptie van meer dan 21 glazen per week voor mannen of meer dan 14 glazen voor vrouwen, wordt gemeld door 7,4% van de mannen en 4,3% van de vrouwen. Bij mannen is de prevalentie over de tijd gedaald, wat een gunstige trend is. Meer dan 7,6% van de volwassenen (15+) meldt wekelijkse episoden van hyperalcoholistaite, gedefinieerd als de consumptie van ten minste 6 alcoholische dranken (> 60 g ethanol) bij eenzelfde gelegenheid. Dit gedrag komt bijna 3 keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Een op de tien jongeren in de leeftijdsgroep 15-24 jaar meldde een wekelijkse episode van hyperalcoholisatie en ook een op de tien jongeren voldeed de afgelopen 12 maanden aan de criteria voor problematisch alcoholgebruik. Jongeren zijn dus een duidelijke doelgroep voor strategieën voor alcoholpreventie.

Overgewicht is een belangrijk probleem in België, zoals in de meeste geïndustrialiseerde landen. In 2018 had ongeveer de helft van de volwassen bevolking overgewicht (49%) en 16% was zwaarlijvig op basis van zelfgerapporteerde metingen; objectieve metingen lieten zelfs nog hogere cijfers zien, respectievelijk 55% en 21%. De prevalenties van overgewicht en obesitas zijn hoger in Wallonië dan in de andere gewesten. Na een gestage toename sinds 1997 bleef de prevalentie van overgewicht bij mannen stabiel tussen 2013 en 2018 bij mannen, maar bleef ze toenemen bij vrouwen. Overgewicht en obesitas hangen sterk samen met de sociaaleconomische status met een veel hogere prevalentie onder mensen met een lager opleidingsniveau. In 2018 was onder adolescenten de prevalentie van overgewicht (inclusief obesitas) 16% bij jongens en 14% bij meisjes.

Het niveau van lichaamsbeweging is onvoldoende: minder dan een derde (30%) van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) voldoet aan de aanbevelingen van de WHO om gedurende de week ten minste 150 minuten aan matige intensiteit aerobe fysieke activiteit te doen. Meer mannen (36%) dan vrouwen (25%) voldoen aan de aanbeveling. Inwoners van Vlaanderen (37%) en mensen met tertiair opleidingsniveau (38%) voldoen vaker aan de aanbevelingen. Bij kinderen van 11 tot 18 jaar voldoen één op de vijf jongens (20%) en één op de acht meisjes (13%) aan de aanbevelingen van de WHO om ten minste 60 minuten per dag matig tot intensief lichamelijk actief te zijn.

Het Belgische dieet wordt enerzijds gekenmerkt door een overmatige consumptie van rood vlees, bewerkte vleeswaren en gesuikerde dranken, en anderzijds door een onvoldoende consumptie van fruit en groenten, noten en zaden, melk, eieren en vis.

In 2018 voldeed slechts 13% van de bevolking van 6 jaar en ouder aan de WHO-voedingsrichtlijnen die aanbevelen om dagelijks ten minste 5 porties fruit en groenten te consumeren. Met suiker gezoete dranken moeten worden vermeden, maar 20% van de bevolking consumeert dagelijks suikerhoudende dranken. Eetgewoonten lijken beter te zijn in Brussel, onder vrouwen en ouderen, en bij mensen met een hoger opleidingsniveau.

Een derde van de bevolking van 15 jaar en ouder beschikken niet over voldoende vaardigheden om beslissingen te nemen over hun gezondheid. Mensen met een slechte gezondheid, ouderen en lager opgeleiden hebben lagere gezondheidsvaardigheden; met andere woorden, mensen die meer behoefte hebben aan gezondheidszorg en gezondheidsbevordering, zijn degenen die het minst profiteren van dergelijke interventies.
Het is daarom belangrijk om mensen met lage gezondheidsvaardigheden te identificeren en de communicatie naar deze mensen toe aan te passen. Het is daarnaast echter ook belangrijk om de gezondheidsvaardigheden van de bevolking te verbeteren.

Een slechte luchtkwaliteit is een belangrijke oorzaak van ziekte en vroegtijdige sterfte in België, gelinkt aan verschillende luchtvervuilende stoffen. Hoewel de blootstelling aan fijnstof in België afneemt, wordt tweederde van de bevolking geconfronteerd met algemene fijnstofniveaus die de WHO-aanbevolen waarde overschrijden, terwijl meer dan 90% wordt blootgesteld aan gevaarlijke concentraties van de kleinste fractie. In vergelijking met gelijkaardige EU-14-landen staat België op de 4de plaats qua blootstelling aan fijnstof. De blootstelling aan stikstofdioxide (NO2) neemt af in België, maar 20% van de bevolking wordt nog steeds blootgesteld aan waarden die boven de WHO-richtlijn, meestal in stedelijke gebieden. In vergelijking met de EU-14 staat België op de 5de plaats voor de blootstelling aan NO2. In tegenstelling tot de andere verontreinigende stoffen neemt de blootstelling aan ozon (O3) in België licht toe en wordt de hele bevolking blootgesteld aan concentraties die de richtwaarde overschrijden. Internationaal gezien heeft België de 6de laagste blootstelling aan O3, onder het EU-14 gemiddelde.