1. Kernboodschappen
- In 2020 daalde de zuigelingensterfte tot 3,2 per duizend levendgeborenen.
- In 1998-2020 daalde de zuigelingensterfte met 40%.
- Zuigelingensterfte in 2020 was aanzienlijk hoger in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (4.5%) in vergelijking met het Vlaamse Gewest (3.2%) en het Waalse Gewest (2.7%).
2. Zuigelingensterftecijfer
395 sterfgevallen van zuigelingen waargenomen in België in 2020
In het jaar 2020 registreerden de Belgische autoriteiten in totaal 395 sterfgevallen onder zuigelingen.
Hieronder vielen 368 sterfgevallen bij kinderen geboren uit een moeder die registreert was in het Rijksregister. In het Asielzoekersregister zijn in 2020 geen sterfgevallen bij kinderen geregistreerd. Bij 27 (6,8%) sterfgevallen was de moeder niet officieel geregistreerd in België of werd het overlijden van de zuigeling alleen gemeld via een overlijdensakte.
In hetzelfde jaar bedroeg het totale aantal levendgeborenen 116 543, waarvan 113 739 geboorten (97,6%) geregistreerd werden in het Rijksregister, 611 geboorten (0,5%) werden geregistreerd in het asielzoekersregister en voor 2193 (1,8%) geboorten was de moeder geen officiële inwoner of werd van alleen aangifte gedaan met een geboorteakte.
Aantal overlijdens |
Aantal levendgeborenen |
Zuigelingensterftecijfer (/1000) | |
Rijksregister | 368 | 113 739 | 3,24 |
Rijksregister en register van asielzoekers | 368 | 114 350 | 3,22 |
Alle |
395 | 116 543 | 3,39 |
Daling van de mannelijke zuigelingensterftecijfer in 2020
In 2020 bedroeg het zuigelingensterftecijfer 3,2 per duizend levendgeborenen. De zuigelingensterftecijfer is met 40% gedaald tussen 1998 (5,3%) en 2020.
Het zuigelingensterftecijfer in 2020 was 3,1 per duizend levendgeborenen bij meisjes en 3,4% bij jongens, een absolute kloof van 0,3% en een geslachtsratio van 1,1. De kloof volgens geslacht in sterftecijfers fluctueert over tijd als gevolg van het kleine aantal sterfgevallen onder zuigelingen. In 2020 was de kloof volgens geslacht door de belangrijke daling van de mannelijke zuigelingensterfte minimaal.
Na het toepassen van smoothing-technieken blijven de cijfers de verschillen in sterfte tussen meisjes en jongens bestaan (respectievelijk 3,0% en 3,9%).
- Jaarlijks
- Uitgemiddeld
Zuigelingensterfte volgens geslacht, 1998-2020
Bron: Statbel [1]
Uitgemiddeld zuigelingensterftecijfer (5-jaar voortschrijdend gemiddelde) volgens geslacht, 2002-2020
Bron: Eigen berekening op basis van Statbel [1]
In 2020 zijn er verschillen in de regionale zuigelingensterftecijfers
Opvallende regionale verschillen werden geobserveerd in zuigelingensterfte in 2020: de zuigelingensterfte was het hoogste in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (4,5%), gevolgd door het Vlaamse Gewest (3,2%) en het Waalse Gewest (2,7%). Na het afvlakken van de cijfers aan de hand van een smoothingtechniek was de zuigelingensterfte in 2020 nog steeds hoger in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (3,7%) ten opzichte van het Vlaamse Gewest (3,5%) en het Waalse Gewest (3,3%).
In alle gewesten is over de tijd heen een sterke daling vastgesteld. In het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest neemt de zuigelingensterfte, na een sterkere daling, weer toe. In het algemeen, stagneert het zuigelingensterftecijfer de laatste acht jaar.
- Jaarlijks
- Uitgemiddeld
Zuigelingensterfte volgens gewest, 1998-2020
Bron: Statbel [1]
Uitgemiddeld zuigelingensterftecijfer (5-jaar voortschrijdend gemiddelde) volgens gewest, 2002-2020
Bron: Eigen berekening op basis van Statbel [1]
De zuigelingensterfte in België is hoger dan het EU-14-gemiddelde
In 2020 was de zuigelingensterfte in België hoger dan het gemiddelde van het EU-14 sterftecijfer (3,0%). België had in 2020 het op vier na hoogste kindersterftecijfer van de EU-14, na zijn buurlanden (Luxemburg, Nederland en Frankrijk).
3. Meer informatie
Bekijk de metadata voor deze indicator
SPMA: Standardized Procedures for Mortality Analysis in Belgium
Achtergrond
De zuigelingensterfte is een maat voor de sterfte van kinderen jonger dan 1 jaar. Het weerspiegelt zowel de sterfte tijdens de perinatale periode als de sterfte na de perinatale periode, welke vaak te voorkomen is. De zuigelingensterfte hangt sterk samen met het ontwikkelingsniveau van het land, de kwaliteit van de medische zorg en de beschikbaarheid van preventieve diensten en gezondheids-bevorderende interventies.
In bijna alle landen ter wereld zijn lange tijd hogere zuigelingensterfte waargenomen bij jongens ten opzichte van bij meisjes [3]. De verklaring is complex, en omvat belangrijke biologische en genetische factoren, evenals omgevings- en gedragsfactoren die resulteren in een blijvend verschil in sterfte gedurende de kindertijd en later [4,5].
Op gewestelijk niveau werden grote schommelingen in het jaarlijks sterftecijfer waargenomen als gevolg van het lage aantal sterfgevallen bij zuigelingen. Betekenisvolle vergelijkingen van het sterftecijfer en van de trends per gewest worden daarom het best gemaakt op basis van over de tijd uitgemiddelde cijfers. In dit overzicht hebben we gebruik gemaakt van een voortschrijdend gemiddelde over de laatste 5 jaar.
Zuigelingensterfte in België kan zich voordoen bij legale inwoners (die ingeschreven zijn in het Rijksregister, met een Belgische of buitenlandse nationaliteit), asielzoekers (die ingeschreven zijn in het register van asielzoekers) of niet-inwoners (reizigers, niet-wettelijke inwoners). De officiële statistieken van de zuigelingensterfte omvatten deze onder wettelijke inwoners en asielzoekers.
Op deze pagina tonen we eerst alle zuigelingensterfte in België volgens het verblijfsstatuut, vervolgens belichten we de zuigelingensterfte waarvan de moeder geregistreerd was in het Rijksregister.
Definities
- EU-14
- De EU-14 komt overeen met alle landen die tussen 1995 en 2004 al tot de Europese Unie behoorden: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, en Zweden. We vergelijken de Belgische gezondheidsstatus met die van de EU-14 omdat deze landen vergelijkbare sociaal-economische omstandigheden hebben. Opmerking: Het Verenigd Koninkrijk is niet opgenomen in deze lijst, aangezien ze de EU verlaten hebben.
- Zuigelingensterfte
- De zuigelingensterfte is het aantal sterfgevallen van kinderen onder de leeftijd van 1 jaar per 1000 geboortes in hetzelfde jaar.
- Geslachtsratio
- De geslachtsratio is het sterftecijfer van jongens onder de 1 jaar gedeeld door het sterftecijfer van meisjes onder de 1 jaar. Een geslachtsratio van 1,2 betekent dat er 1,2 keer meer sterfgevallen bij jongens dan bij meisjes zijn.
Referenties
- Statbel, 1998-2020. https://statbel.fgov.be/nl/themas/bevolking/sterfte-en-levensverwachting/foeto-infantiele-sterfte
- OECD Health Data, 2020. http://stats.oecd.org
- UN IGME. United Nations Interagency Group for Child Mortality Estimation; 2018. https://childmortality.org/data
- Drevenstedt GL, Crimmins EM, Vasunilashorn S, Finch CE. The rise and fall of excess male infant mortality, 2008. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/18362357/
- Sidebotham P, Fraser J, Covington T, Freemantle J, Petrou S, Pulikottil-Jacob R, et al. Understanding why children die in high-income countries, 2014. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25209491/
Gelieve deze pagina als volgt te citeren: Sciensano. Sterfte en Doodsoorzaken: Zuigelingensterfte, Health Status Report, 7 April 2023, Brussel, België, https://www.gezondbelgie.be/nl/gezondheidstoestand/sterfte-en-doodsoorzaken/zuigelingensterfte