Select your language

Andere informatie en diensten van de overheid : www.belgium.be  belgium

1. Kernboodschappen

  • In 2020 waren zelfmoord, COVID-19 en longkanker de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (dat wil zeggen: vóór een persoon de leeftijd van 75 jaar heeft bereikt) in termen van verloren levensjaren bij mannen. Bij vrouwen waren borstkanker, longkanker en COVID-19 de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte.
  • Voor de meeste aandoeningen zijn de vroegtijdige sterftecijfers tussen 2010 en 2020 gedaald, behalve voor longkanker en chronisch obstructief longlijden (COPD) bij vrouwen.
  • De ziekten die het meest bijdragen tot de hogere vroegtijdige sterftecijfers in het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in vergelijking met het Vlaamse Gewest zijn COVID-19 en coronaire hartziekten bij mannen en COVID-19 en COPD bij vrouwen.

2. Doodsoorzaken - België

Tumoren vormen de belangrijkste groep van oorzaken van vroegtijdige sterfgevallen

Traditioneel zijn tumoren, hart- en vaatziekten en externe oorzaken, meestal zelfmoord en verkeersongevallen, de belangrijkste groepen oorzaken van vroegtijdige sterfte (gegroepeerd op basis van de International Classification of Diseases (ICD)-hoofdstukken) bij beide geslachten. In 2020 nam COVID-19 echter de plek van externe doodsoorzaken in in de rangschikking van oorzaken van vroegtijdige sterfte. 

Het aandeel van tumoren onder alle vroegtijdige sterfgevallen is hoger bij vrouwen dan bij mannen. Omgekeerd is het aandeel van hart- en vaatziekten en uitwendige oorzaken hoger bij mannen.

  • Mannen
  • Vrouwen

Verdeling van de oorzaken (volgens ICD-10-hoofdstuk) van vroegtijdige sterfte (een overlijden voor de leeftijd van 75 jaar) bij mannen, gerangschikt volgens voor leeftijd gecorrigeerd sterftecijfer (*), België, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

Verdeling van de oorzaken (volgens ICD-10-hoofdstuk) van vroegtijdige sterfte (een overlijden voor de leeftijd van 75 jaar) bij vrouwen, gerangschikt volgens voor leeftijd gecorrigeerd sterftecijfer (*), België, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

COVID-19 en longkanker zijn de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte in België

In termen van vroegtijdige sterftecijfers, was COVID-19 de belangrijkste doodsoorzaak in 2020. Bij mannen waren longkanker en coronaire hartziekten de tweede en derde doodsoorzaak in 2020. Bij vrouwen waren dit longkanker en borstkanker.

In termen van verloren potentiële levensjaren (VPLJ), een maat die rekening houdt met de leeftijd bij overlijden, was COVID-19 niet de belangrijkste oorzaak van vroegtijdige sterfte in 2020. Bij mannen was zelfmoord de belangrijkste oorzaak van vroegtijdige sterfte, gevolgd door COVID-19 en longkanker. Bij vrouwen waren borst- en longkanker de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte, gevolgd door COVID-19.

  • Mannen
  • Vrouwen

Rangorde van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (een overlijden voor de leeftijd van 75 jaar) bij mannen, volgens voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer, België, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

Rangorde van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (een overlijden voor de leeftijd van 75 jaar) bij vrouwen, volgens voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer, België, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

  • Mannen
  • Vrouwen

Rangorde van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (een overlijden voor de leeftijd van 75 jaar) bij mannen, volgens voor leeftijd gecorrigeerde (*) Verloren Potentiële Levensjaren, België, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

Rangorde van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (een overlijden voor de leeftijd van 75 jaar) bij vrouwen, volgens voor leeftijd gecorrigeerde (*) Verloren Potentiële Levensjaren, België, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

Stabiel patroon in belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte

Voor de meeste ziekten bleef de vroegtijdige sterfte in de loop van de tijd stabiel of nam zelfs af:

  • De vroegtijdige sterfte door coronaire hartziekte daalde spectaculair bij beide geslachten tijdens de periode 2010-2020, met een afname van 35% van de voor leeftijd gecorrigeerde sterftecijfers.
  • Hetzelfde werd waargenomen voor cerebrovasculaire aandoeningen (een afname van 28%).
  • Vroegtijdige sterftecijfers voor longkanker zijn ook aanzienlijk gedaald bij mannen (een afname van 41%).
  • De vroegtijdige sterfte door longkanker bij vrouwen is daarentegen dramatisch toegenomen tussen 2000 en 2015 (met een stijging van 60%) en heeft zich daarna gestabiliseerd. Longkanker is daarmee gestegen van de vierde hoofdoorzaak voor sterfte tot de eerste, net boven borstkanker.
  • Tot het begin van de COVID-19 pandemie (2020) was er ook een toename in de vroegtijdige sterfte door COPD bij vrouwen.
  • Mannen
  • Vrouwen

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer van de 6 belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (jonger dan 75) bij mannen, België, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie
Noot: In het verleden werden de zelfmoordcijfers in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gedurende enkele jaren onderschat door de vertraging van de Brusselse administratie bij het bevestigen van zelfmoordzaken.

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer van de 6 belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (jonger dan 75 jaar) bij vrouwen, België, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

3. Doodsoorzaken - Gewesten

COVID-19, longkanker, borstkanker en zelfmoord zijn de belangrijkste doodsoorzaken in de drie gewesten

In 2020 was de rangschikking van doodsoorzaken in termen van vroegtijdige sterftecijfers als volgt:

  • COVID-19 was de belangrijkste oorzaak van vroegtijdige sterfte in het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, zowel bij mannen als bij vrouwen.
  • Bij mannen staat longkanker op de eerste plaats in het Vlaamse Gewest en op de tweede plaats in het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Coronaire hartziekten zijn de derde hoofdoorzaak in alle gewesten.
  • Bij vrouwen komt longkanker op de eerste plaats in het Vlaamse Gewest en op de tweede plaats in het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. De derde belangrijkste oorzaak is borstkanker in het Waalse en Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en COVID-19 in het Vlaamse Gewest.

In 2020 was de rangschikking van doodsoorzaken in termen van verloren potentiële levensjaren (VPLJ) als volgt:

  • Bij mannen was COVID-19 de eerste oorzaak in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de tweede in het Waalse Gewest en de derde in het Vlaamse Gewest. De top 3 werd vervolledigd door zelfmoord en longkanker in alle gewesten.
  • Bij vrouwen was COVID-19 de eerste oorzaak in het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, gevolgd door long- en borstkanker. In het Vlaamse Gewest was COVID-19 de vierde doodsoorzaak, de top 3 werd vervolledigd door borst- en longkanker en zelfmoord. 
  • Mannen
  • Vrouwen

Rangorde van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (jonger dan 75 jaar) bij mannen, volgens voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer, volgens gewest van woonplaats, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel



Rangorde van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (jonger dan 75 jaar) bij vrouwen, volgens voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer, volgens gewest van woonplaats, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel



  • Men
  • Women

Rangorde van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (jonger dan 75 jaar) bij mannen, volgens voor leeftijd gecorrigeerde (*) Verloren Potentiële Levensjaren, volgens gewest van woonplaats, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel



Rangorde van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte (jonger dan 75 jaar) bij vrouwen, volgens voor leeftijd gecorrigeerde (*) Verloren Potentiële Levensjaren, volgens gewest van woonplaats, 2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel



COVID-19 is de belangrijkste doodsoorzaak die bijdraagt tot regionale verschillen in vroegtijdige sterfte bij mannen

Er zijn belangrijke regionale verschillen in het voor leeftijd gecorrigeerde vroegtijdig sterftecijfer (zie Vroegtijdige sterfte). Hier analyseren we welke specifieke doodsoorzaken hiertoe het meest bijdragen, door de oorzaak specifieke sterftecijfers van het Vlaamse Gewest af te trekken van die van de andere gewesten en de verschillen te rangschikken.

Bij mannen zijn de aandoeningen die het meest bijdragen tot de extra vroegtijdige sterfte in het Waalse Gewest in vergelijking met het Vlaamse Gewest COVID-19 (+44 per 100.000), coronaire hartziekten (+17), longkanker (+12), infectie- en parasitaire ziekten (+8,5), en COPD (+8,2).

Bij vrouwen zijn de aandoeningen die het meest bijdragen tot de extra vroegtijdige sterfte in het Waalse Gewest in vergelijking met het Vlaamse Gewest COVID-19 (+21 per 100.000), COPD (+8,2), coronaire hartziekten (+5,5), longkanker (+5,2), en infectie- en parasitaire ziekten (+4,5). Omdat de cijfers bij vrouwen lager zijn dan bij mannen, zijn de regionale verschillen naar oorzaak kleiner.

  • Mannen
  • Vrouwen

Rangorde van verschillen in voor leeftijd gecorrigeerde* sterftecijfers van specifieke doodsoorzaken bij mannen, Vlaamse Gewest versus Walloon Gewest, gemiddelde over 2018-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel

Rangorde van verschillen in voor leeftijd gecorrigeerde* sterftecijfers van specifieke doodsoorzaken bij vrouwen, Vlaamse Gewest versus Walloon Gewest, gemiddelde over 2018-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel

Bij mannen zijn de aandoeningen die het meest bijdragen tot de extra vroegtijdige sterfte in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in vergelijking met het Vlaamse Gewest: COVID-19 (+71 per 100.000), coronaire hartziekten (+11), cerebrovasculaire aandoeningen en hoge bloeddruk (+6,4), COPD (+6,0), en dikkedarmkanker (+5,2). Sommige aandoeningen hebben echter lagere percentages in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in vergelijking met het Vlaamse Gewest, zoals zelfmoord (-4,8).

Bij vrouwen is de oorzaakspecifieke mortaliteit in het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest vrijwel gelijk. In 2020 stelden we echter een verhoogde vroegtijdige sterfte vast in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest voor COVID-19 (+27 per 100.000) in vergelijking met het Vlaamse Gewest. 

  • Mannen
  • Vrouwen

Rangorde van verschillen in voor leeftijd gecorrigeerde* sterftecijfers van specifieke doodsoorzaken bij mannen, Vlaamse Gewest versus Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, gemiddelde over 2018-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel

Rangorde van verschillen in voor leeftijd gecorrigeerde* sterftecijfers van specifieke doodsoorzaken bij vrouwen, Vlaamse Gewest versus Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, gemiddelde over 2018-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel

Bij mannen neemt het vroegtijdige sterftecijfer voor de meeste doodsoorzaken af

De trends van vroegtijdige sterfte zijn vrij gelijkaardig voor de drie gewesten. Hieronder belichten we vijf trends voor specifieke doodsoorzaken.

1. Het vroegtijdig sterftecijfer voor longkanker bij mannen is in de drie gewesten in de periode 2010-2020 gedaald (-42% in het Vlaamse Gewest, -39% in het Waalse Gewest, en -46% in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest). Deze sterftecijfers zijn de hele periode hoger gebleven in het Waalse Gewest dan in het Vlaamse Gewest. Voor vrouwen zijn de sterftecijfers echter gestaag gestegen in het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest (tot 2015 en 2013, resp.), terwijl ze sinds 2007 stabiel gebleven zijn in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Terwijl voorheen vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de hoogste percentages hadden voor vroegtijdige sterfte door longkanker, hebben vrouwen in het Waals Gewest sinds 2010 de hoogste percentages voor vroegtijdige sterfte door longkanker. Een langzame daling van de mortaliteit is waarneembaar in de meest recente jaren, behalve in het Vlaams Gewest.

  • Men
  • Women

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer voor longkanker bij mannen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer voor longkanker bij vrouwen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

2. Het vroegtijdig sterftecijfer voor coronaire hartziekte daalt sneller tussen 2010 en 2020 in het Vlaamse Gewest (-43% bij mannen en -53% bij vrouwen) dan in het Waalse Gewest (-22% bij mannen en -39% bij vrouwen).

  • Men
  • Women

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer van coroniare hartziekte bij mannen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer van coronaire hartziekte bij vrouwen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

3. Het vroegtijdig sterftecijfer voor zelfmoord is vanaf 2008 zowel in het Vlaamse Gewest als in het Waalse Gewest gedaald bij mannen. Bij vrouwen bleef het zelfmoordsterftecijfer stabiel op een veel lager niveau dan bij mannen, zowel in het Waalse Gewest als in het Vlaamse Gewest.

  • Men
  • Women

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer voor zelfmoord bij mannen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie
Noot: In het verleden werden de zelfmoordcijfers in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gedurende enkele jaren onderschat door de vertraging van de Brusselse administratie bij het bevestigen van zelfmoordzaken.


Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer voor zelfmoord bij vrouwen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie
Noot: In het verleden werden de zelfmoordcijfers in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gedurende enkele jaren onderschat door de vertraging van de Brusselse administratie bij het bevestigen van zelfmoordzaken.


4. Het vroegtijdig sterftecijfer voor COPD is bij mannen in de periode 2010-2020 met 27% gedaald in het Vlaamse Gewest en in het Waalse Gewest, en met 6% in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Daarentegen is het sterftecijfer voor COPD bij vrouwen gestegen met 9% in het Waalse Gewest, 8% in het Vlaamse Gewest en 22% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het sterftecijfer voor COPD bij vrouwen is lager in 2020.

  • Men
  • Women

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer van COPD bij mannen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer van COPD bij vrouwen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

5. Het vroegtijdig sterftecijfer voor dikkedarmkanker is tussen 2010 en 2020 gedaald in het Vlaamse Gewest (-44% voor mannen en -31% voor vrouwen), terwijl de daling bij mannen trager was in het Waalse Gewest en niet bestond bij vrouwen (- 23% bij mannen en -2% bij vrouwen). In 2000 was het Vlaamse Gewest het gewest met de hoogste vroegtijdige sterfte voor dikkedarmkanker. In 2020 werd het Vlaamse Gewest het gewest met de laagste sterftecijfers voor dikkedarmkanker. 

  • Mannen
  • Vrouwen

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer van dikkedarmkanker bij mannen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

Voor leeftijd gecorrigeerd (*) vroegtijdig sterftecijfer van dikkedarmkanker bij vrouwen, volgens gewest van woonplaats, 2000-2020
Bron: Eigen berekeningen op basis van het databestand sterftecertificaten van Statbel
(*) met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie

4. Meer informatie

Bekijk de metadata voor deze indicator

Statbel: Doodsoorzaken

Sciensano: Standardized Procedures for Mortality Analysis (SPMA)

WHO: ICD-10

Achtergrond

De doodsoorzaken zijn geclassificeerd volgens de Internationale Classificatie van Ziekten, 10de editie (ICD-10) [1]. In dit rapport wordt sterfte geanalyseerd op basis van de onderliggende doodsoorzaak, zoals aangegeven op de overlijdensakte. De onderliggende doodsoorzaak wordt in de regel verkozen boven de onmiddellijke en de bijdragende doodsoorzaken voor sterftestatistieken, omdat vanuit een volksgezondheidsperspectief het doel is om de keten van gebeurtenissen die tot de dood leiden te doorbreken en de onderliggende oorzaak te voorkomen [1].

In een eerste stap worden de oorzaken van vroegtijdige sterfte beschreven volgens de voornaamste ICD-10-hoofdstukken. Deze zijn gebaseerd op het eerste letter van de ICD-10 code. In een tweede stap worden de 10 belangrijkste specifieke oorzaken voor vroegtijdige sterfte gerangschikt volgens de sterftecijfers voor België en per gewest.

Vroegtijdige sterfte verwijst naar sterfte op elke leeftijd die lager ligt dan de levensverwachting. In dit rapport wordt de vroegtijdige sterfte vóór de leeftijd van 75 jaar beschouwd. De meeste oorzaken van vroegtijdige sterfte zijn vermijdbaar door acties op het gebied van het gezondheidszorgsysteem en het gezondheidsbeleid. Het verminderen van vroegtijdige sterfte is een belangrijke doestelling van de volksgezondheid. De rangschikking van de oorzaken van vroegtijdige sterfte is bijgevolg een zeer belangrijk instrument om prioriteiten voor het gezondheidsbeleid te kunnen vaststellen.

De vroegtijdige sterfte naar oorzaak kan worden gemeten met behulp van:

  • Vroegtijdige sterftecijfers, die de frequentie van sterfgevallen voor de leeftijd van 75 meten als gevolg van een specifieke aandoening, per 100.000 mensen jonger dan 75. Deze indicator maakt het mogelijk om de frequentie van verschillende doodsoorzaken te vergelijken.
  • Verloren Potentiële Levensjaren (VPLJ), waarbij rekening wordt gehouden met zowel de frequentie als de leeftijd van overlijden, en die bij weging van de sterfte in functie van de leeftijd een groter gewicht kent aan sterfte op jongere leeftijd. VPLJ maken het bijgevolg mogelijk om doodsoorzaken te vergelijken naar gelang hun belasting in termen van verloren levensjaren [2].

Het belang van de oorzaken van vroegtijdige sterfte kan worden uitgedrukt in sterftecijfers, die alleen de frequentie van de oorzaak weergeven, of in VPLJ, die de last in termen van verloren levensjaren weergeven. Bij de rangschikking op basis van VPLJ worden externe oorzaken hoger gerangschikt dan bij de rangschikking op basis van sterftecijfers, omdat externe oorzaken gewoonlijk op jongere leeftijd optreden dan sterfgevallen ten gevolge van chronische aandoeningen.

Beide indicatoren zijn gecorrigeerd voor leeftijd, met de Europese standaardpopulatie 2010 als referentie, om rekening te houden met het effect van variaties in de leeftijdsstructuur tussen bevolkingsgroepen.

De COVID-19 mortaliteit tussen 2020 en 2022 op basis van de ad-hoc surveillance wordt geanalyseerd in een factsheet.  

Definities

Bruto sterftecijfer
Het bruto sterftecijfer geeft het aantal geregistreerde sterfgevallen in een land weer gedeeld door de overeenkomstige populatiegrootte.
Voor leeftijd gecorrigeerd sterftecijfer
De voor leeftijd gecorrigeerde sterfte geeft het volgens leeftijd gewogen gemiddelde sterftecijfer weer en kan zo de verschillen te wijten aan de leeftijdsstructuur van de bevolking opvangen.
International Classification of Disease, 10th edition (ICD-10)
De Internationale Classificatie van Ziekten is een internationaal coderingssysteem voor ziekten en voor een zeer grote verscheidenheid aan tekenen, symptomen, letsels, vergiftigingen, sociale omstandigheden en externe oorzaken van letsel of ziekte.
Verloren potentiële levensjaren (VPLJ)
Verloren potentiële levensjaren (VPLJ) meten het aantal verloren levensjaren als gevolg van vroegtijdig overlijden. VPLJ geven een hoger gewicht aan sterfgevallen bij jongere dan bij oudere mensen. De berekening van VPLJ bestaat uit het optellen van sterfgevallen op elke leeftijd en het vermenigvuldigen ervan met het aantal resterende jaren tot een bepaalde leeftijd (hier 75 jaar). Leeftijdsspecifieke VPLJ (per 100.000) worden berekend door het aantal VPLJ in een bepaalde leeftijdsgroep te delen door het aantal personen in die leeftijdsgroep. De voor leeftijd gecorrigeerde VPLJ (per 100.000) worden vervolgens berekend als het gewogen gemiddelde van de leeftijdsspecifieke VPLJ tot de leeftijd van 75 jaar.
Vroegtijdig sterftecijfer
Vroegtijdige sterfte wordt hier gedefinieerd als sterfgevallen vóór de leeftijd van 75 jaar. Het voor leeftijd gecorrigeerde vroegtijdig sterftecijfer wordt berekend als het gewogen gemiddelde van leeftijdsspecifieke sterftecijfers voor de leeftijd van 75 jaar.
Onderliggende doodsoorzaak
De ziekte of verwonding die de keten van ziektegebeurtenissen heeft veroorzaakt die rechtstreeks tot de dood heeft geleid, of de omstandigheden van het ongeval of geweld dat de dodelijke verwonding heeft veroorzaakt.
Tumoren
Ook gekend als nieuwvormingen. De groep van nieuwvormingen bestaat voor 95% uit kwaadaardige nieuwvormingen of kankers; de rest zijn tumoren van goedaardige of onbepaalde aard.

Referenties

  1. World Health Organization. International statistical classification of diseases and related health problems 10th. 2016.
  2. Gardner JW, Sanborn JS. Years of Potential Life Lost (YPLL). What Does it Measure? Epidemiol 1990;1:322-9.

Gelieve deze pagina als volgt te citeren: Sciensano. Sterfte en Doodsoorzaken: Vroegtijdige sterfte naar doodsoorzaak, Health Status Report, 2 Aug 2022, Brussel, België, https://www.gezondbelgie.be/nl/gezondheidstoestand/sterfte-en-doodsoorzaken/vroegtijdige-sterfte-naar-doodsoorzaak