Select your language

Andere informatie en diensten van de overheid : www.belgium.be  belgium

Het doel van noodplanning is het anticiperen op een ramp of crisis. Allerhande maatregelen, procedures, instrumenten en coördinatiemechanismen worden ingevoerd. Op die manier kunnen middelen (zowel menselijk als materieel) die noodzakelijk zijn voor het beheer van de situatie snel en efficiënt ingezet worden. Afhankelijk van de aard van het incident bestaan er verschillende noodplannen.

  • De multidisciplinaire noodplannen worden ontwikkeld door verschillende overheden. Dit type noodplan werd bijvoorbeeld ingezet tijdens de busramp in Sierre, de terroristische aanslagen in Zaventem of de COVID-19-crisis;
  • Monodisciplinaire interventieplannen: Dit plan heeft als doel per discipline de opdrachten uit te werken, zodat een discipline zelfstandig kan starten en snel kan optreden. Daarnaast maakt een interventieplan het mogelijk om samen te werken met andere disciplines;
  • Interne noodplannen: Dit zijn plannen uitgewerkt op het niveau van een instelling, bv. een ziekenhuis.

Meer weten over noodplannen: www.crisiscentrum.be

Hieronder gaan we dieper in op het monodisciplinair interventieplan van de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening (discipline 2) waarvoor de FOD VVVL verantwoordelijk is binnen een noodsituatie.

In dit interventieplan worden volgende opdrachten beschreven:

  • De medische keten opstarten;
  • De geneeskundige en psychosociale zorgen toedienen aan slachtoffers en bij de noodsituatie betrokken personen;
  • Het vervoer van slachtoffers organiseren;
  • Maatregelen nemen ter bescherming van de volksgezondheid.


In wat volgt worden er 3 specifieke subplannen besproken die in het kader van bovenstaande opdrachten werden ontwikkeld. 

GENEESKUNDIGE ZORGEN 

 

PSYCHOLOGISCHE ZORGEN 

 

VOLKSGEZONDHEID 

Medisch
InterventiePlan

MIP

 

PsychoSociaal
InterventiePlan

PSIP

 

Plan Risico’s
en Manifestaties

PRIMA

 

HET MEDISCH INTERVENTIEPLAN (MIP)

De eerste hulpgroepen (politie, ziekenwagendienst of brandweer) ter plaatse kunnen een opstart van een medisch interventieplan (MIP) aanvragen[1]. Slechts enkele professionals zijn geplaatst om een MIP af te kondigen, nl.:

  • de (adjunct) directeur medische hulpverlening[2];
  • de eerste MUG-arts ter plaatse;
  • een federaal gezondheidsinspecteur;
  • een expert ‘Incident en Crisis Management’ (ICM);
  • het (adjunct)diensthoofd dringende hulpverlening van de FOD VVVL.

De noodcentrale, die territoriaal bevoegd is, zal het MIP uiteindelijk formeel afkondigen.

Een MIP kent verschillende niveaus met toenemende inzet van middelen afhankelijk van fase waarin het MIP zich bevindt. De (adjunct)-gezondheidsinspecteur ((ADJ)GI), (adjunct) directeur medische hulpverlening ((ADJ)DIRMED) en psychosociaal manager (PSM) worden steeds opgeroepen. Afhankelijk van de fase worden de Medische Urgentiegroep (MUG), ziekenwagens (ZW112) en snelle interventiemiddelen (SIM) ingezet.

 DH NL fig11

Het opschalen en afbouwen van de plannen gebeurt door de noodcentrale op basis van de verkregen informatie van hogergenoemde personen. Bij de opschaling van een MIP kan de getroffen provincie beroep doen op middelen van de nabijgelegen provincies.

De federaal minister van Volksgezondheid heeft een conventie met het Belgische Rode Kruis om te voorzien in ondersteuning in geval van een (medische) noodsituatie. Dit omvat, onder andere, het voorzien in de volgende zaken:

  • Ziekenwagens en ambulanciers
  • Snelle Inzetbare Middelen (SIM of SIT) voor de opbouw van de vooruitgeschoven medische post
  • Verbindingsofficieren: dit zijn personen die contacten leggen tijdens een noodsituatie en de communicatie verzekeren tussen de verschillende betrokken partners.
  • Logistieke ondersteuning (sanitaire kits, veldbedden, dekens, …)
  • Een uitrol in ‘Dringende Sociale Interventie’: dit zijn vrijwilligers die dringende psychosociale ondersteuning bieden bij grootschalige hulpacties tijdens rampen of ernstige gevallen.

De (adjunct) directeur medische hulpverlening, de federale gezondheidsinspecteurs en de expert ‘Incident en Crisis Management’ coördineren de medische hulpverlening tijdens een crisis. Wanneer de crisis van die grootte is dat men belangrijke socio-economische gevolgen vreest, wordt ook beroep gedaan op de bestuurlijke aansturing (burgemeester, gouverneur).

BIJVOORBEELD

Tijdens een grote industriebrand, verplaatst een giftige wolk zich naar de omliggende bedrijven. Op dat moment dient beslist te worden of de fabriek om gezondheidsredenen moet ontruimd worden. Deze beslissing wordt genomen door de directeur van de commandopost operaties of in de bestuurlijke fase door de burgemeester of gouverneur. Dit besluit heeft financiële gevolgen. Eventueel zal ook een schadevergoeding moeten betaald worden. De verschillende disciplines hebben op dat moment een adviserende functie in het gemeentelijke of provinciale coördinatiecentrum (CC).

 

HET PSYCHOSOCIAAL INTERVENTIEPLAN (PSIP)

Een collectieve noodsituatie kan ernstige, psychosociale schade berokkenen aan een groot aantal personen. Hierdoor kan er nood zijn aan adequate hulp voor directe betrokkenen en hun naasten. Om deze nood op te vangen werkt naast de federaal gezondheidsinspecteur (FGI), een psychosociaal manager (PSM). De acties binnen psychosociale hulp zijn gericht op het stimuleren van de veerkracht van getroffenen en richt zich zowel op de rechtstreekse als onrechtstreekse getroffenen van de noodsituatie. De federale overheid is bevoegd voor de psychosociale hulp in de acute fase. De psychosociale hulp in de nafase is een opdracht voor de gemeenschappen.

Volgende basisopdrachten van een psychosociaal manager behoren tot de acute fase van een noodsituatie:

  • het groeperen van de niet-gewonden op of in de nabijheid van het rampterrein;
  • het vervoer van de niet-gewonden naar een onthaalcentrum;
  • het installeren en uitbouwen van een onthaalcentrum (OC) voor getroffenen waar psycho­sociale ondersteuning en informatie gegeven wordt;
  • het installeren en uitbouwen van een Telefoon Informatie Centrum (TIC) voor rechtstreeks getroffenen en hun verwanten;
  • het eenvormig registreren: het nauwgezette vergaren van informatie over de getroffenen en het veilig beheer ervan;
  • het verwerken van de gegevens tot slachtofferlijsten op één centraal punt (Centraalnformatie­punt – CIP).

BIJVOORBEELD

Tijdens een brand in een woonzorgcentrum heeft de familie nood aan informatie over hun familielid. De betrokken PSM organiseert in een nabije sporthal een informatiepunt.

 

Meer weten over PSIP: www.health.belgium.be

 

PLAN RISICO'S EN MANIFESTATIES (PRIMA)

Wanneer een grootschalige activiteit wordt georganiseerd, kan het nodig zijn om preventief een medische hulppost te voorzien. Via de vragenlijst PRIMA (plan Risico’s en Manifestaties) geven de gezondheidsinspecteurs een advies gebaseerd op een risicoanalyse. De bevoegde autoriteit (de betrokken burgemeester of gouverneur) ontvangt een advies over de nodige medische middelen. 

 Meer weten over PRIMA: besafe.jdbi.eu

 

[1]De structuur van het MIP is bepaald in een ministeriële omzendbrief.

[2]Dit is een functie binnen het MIP waarbij een arts de operationele leiding heeft over alle medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening op het terrein. Deze arts werkt onder het administratief gezag van de federaal gezondheidsinspecteur.