Het Belgisch Handboek Medische Regulatie (BHMR) vormt een handleiding/ leidraad voor operatoren in de noodcentrale 112. Met behulp van gericht opgestelde flowcharts per medisch protocol wordt het ernstniveau van de situatie van de oproeper bepaald. Op basis van dat ernstniveau wordt vervolgens het meest adequate middel gekozen (MUG, PIT, ziekenwagen, wachtpost of huisarts).
Meer weten over het Belgische Handboek voor Medische Regulatie: www.health.belgium.be
De handelingen die de hulpverlener-ambulancier mag stellen, werden bij wet geregeld. De Nationale Raad voor Dringende Hulpverlening werkte op basis hiervan aan een nationaal stramien voor staande orders waarbij specifieke voorbeelden van procedures gegeven worden. De bundel met staande orders biedt een houvast aan de hulpverlener-ambulancier wanneer ze toevertrouwde handelingen dienen te stellen.
BIJVOORBEELD In de bundel wordt beschreven welke zorgen een hulpverlener-ambulancier mag uitvoeren bij een patiënt die thermische, elektrische of chemische brandwonden heeft opgelopen. Hier mag hij o.a. de ademhalingsfrequentie en de bloeddruk meten, de patiënt ontkleden en de brandwonden koelen. |
In de staande orders gaat ook aandacht naar de samenwerking met de PIT-verpleegkundige en/of de MUG-arts. Zo staat bijvoorbeeld bij bovenstaand voorbeeld beschreven dat een hulpverlener-ambulancier kan helpen bij o.a. het voorbereiden van medicatie en het plaatsen van een intraveneuze katheter.
Meer weten over de staande orders voor hulpverlener-ambulanciers: www.health.belgium.be
Ook de verpleegkundige, die een PIT bemant, werkt volgens staande orders die werden overeengekomen met een arts van de spoedgevallendienst, waaraan de verpleegkundige verbonden is. Deze handelingen behoren tot de lijst van technische verstrekkingen, die werd opgemaakt door de technische commissie voor verpleegkunde, de zogenaamde B1, B2 en C-handelingen[1].
[1]Meer info over deze specifieke handelingen kan u hier terugvinden.